Door: Daniel van Drunen – XEAMOS
10 juli 2021

Roetfilters zijn zeer effectief. Het roetfilter op zich filtert meer dan 97% van de roetdeeltjes uit de uitlaatgassen. Omdat er altijd sprake is van lichte interne lekkage tussen de roetfilterblokken, gaan we in de praktijk uit van 95% reductie.

Een interessant feit is dat de filtratiegraad van een nieuw roetfilter slechts ca. 50% bedraagt. Na een paar uur vormt zich aan de binnenkant van het filter een dunne laag van as en roet. Deze wordt ook wel de roetkoek genoemd. Deze dunne laag is verantwoordelijk voor het daadwerkelijk wegfilteren van de kleinste roetdeeltjes. Afhankelijk van de regeneratiemethode duurt het acht tot wel veertien uur voordat de maximale filtratie is bereikt. Daarom moeten fijnstofmetingen nooit direct na het installeren van nieuwe filters worden uitgevoerd.

Als er een dieseloxidatiekatalysator is gemonteerd, wordt de uitstoot van koolwaterstoffen en koolmonoxide met max. 90% verminderd. Dit zorgt ervoor dat de o zo bekende dieselgeur verdwijnt.

Dit soort deeltjes wordt aangeduid als ‘fijnstof’ of ‘PM10’ (Particulate Matter 10). Dit betekent dat de grootte van de gemeten gemiddelde deeltjes 10 micrometer is. Tegenwoordig wordt ook de term PM2.5 gebruikt wanneer deeltjes van 2,5 micrometer worden onderzocht. Er gaat ook een grenswaarde worden vastgesteld met betrekking tot de hoeveelheid fijnstof voor binnenvaartmotoren, zoals ook het geval is voor Euro 6-vrachtwagens. Hiermee wordt dus een grenswaarde vastgesteld voor de uiterst fijne deeltjes die maar weinig massa hebben, maar toch gevaarlijk zijn.

Doorsnede van het kanaal in het roetfilter met asbelasting en roetafzetting (bron: www.cchem.ch)